Nieuwsbrief 2 januari 2017 

 

2017 is begonnen. Hopelijk heeft u een goede jaarwisseling gehad. Ik wens u nogmaals een goed en gelukkig 2017 toe en een acceptabele nieuwe diensteinderegeling.

Na zoveel jaar van onzekerheid mag u toch eindelijk wel weten waar u aan toe bent.

Het lijkt zo eenvoudig maar mag ik u meenemen naar het jaar 2009.

 

Back to 2009

Op 25 november 2009 (dus meer dan 7 jaar geleden) was er een Algemeen Overleg in de Tweede Kamer waar de Vaste Kamercommissie voor Defensie met de staatssecretaris van Defensie, de heer Jack de Vries sprak.

Eén onderwerp was de ophoging van de AOW-leeftijd en de invloed op de FLO-leeftijd.

Het kamerlid Knops (CDA) vraagt aan de staatssecretaris onder andere:

Ten slotte is het in de discussie over de verhoging van de AOW-leeftijd van groot belang dat er ook duidelijkheid komt voor de situatie van militairen. Militairen vervullen een bijzondere rol; daarover is een- en andermaal gesproken. De afgelopen jaren is de flo-leeftijd al in stappen fors omhoog gegaan. Weliswaar ligt de flo-leeftijd nog wel onder de AOW-leeftijd zoals die geldt voor burgers, maar voor een aantal groepen binnen de militaire organisatie geldt feitelijk dezelfde grens, zeker voor de burgers, maar ook voor opperofficieren. Wat houden de genomen besluiten ten aanzien van de AOW-leeftijd in voor de militairen?

De staatssecretaris Jack de Vries zegt later daarover tijdens diezelfde vergadering:
Aan de andere kant is er de discussie over de AOW-leeftijd. Hoe gaan wij daarmee om bij Defensie? De heer Poppe vroeg: werken de leeftijdsveranderingen in de AOW ook door bij Defensie? Wel degelijk. Dat de AOW-leeftijd van 65 naar 66 en uiteindelijk 67 gaat, is ook onze werkelijkheid. Wat gaat daaraan vooraf bij Defensie? Dat is de UKW-periode
van vijf jaar. Op het moment dat wij van 65 naar 67 gaan, heeft dat financiële implicaties.

Wanneer we naar 67 gaan, is niet mijn voorstel om de UKW-periode te verlengen van vijf naar zeven jaar. Defensie zal in die zin trendvolger zijn, dusdanig dat die ’’wachtgeldperiode’’ vijf jaar blijft. Voor militair personeel heeft dat dus een consequentie.

Als we dat in 2009 al wisten waarom moet het dan meer dan 7 jaar duren voordat er duidelijkheid komt over de nieuwe diensteinderegeling?