Nieuwsbrief 26 januari 2017

 

Waarom heeft Defensie niet in één keer de volledige compensatie voor het AOW-gat gegeven. In brief van 20 januari jl. van de minister aan de Kamer (klik hier) belooft mevrouw Hennis dat oud-defensiepersoneel maximaal 10% netto achteruit gaan.

In deze nieuwsbrief aandacht voor

  • kamerdebat over het AOW-gat op 26 januari 2017
  • aanvullende compensatie AOW-gat
  • het aanmodderen van Defensie
  • relatie tussen Defensie en de bonden
  • het Gegarandeerd Maandelijks Inkomen (GMI)
  • aanhouden van verzoek-/bezwaar- en beroepschriften
  • fiscale boete

(Nieuw) Kamerdebat over het AOW-gat

Op 26 januari 2017 heeft de Minister met de Vaste Kamercommissie voor Defensie gesproken over de Voorlopige Voorziening en de nieuwe tegemoetkoming zoals aangegeven in de brief van 20 januari jl.( voor de brief klik hier.)

Ze heeft aangegeven dat aanvullende maatregelen op de Voorlopige Voorziening worden geïmplementeerd bij het salaris van januari 2017. Let wel dit geldt voor hen die al 65 jaar zijn. De maatregelen (‘tegemoetkoming‘) zoals neergelegd in de brief van 20 januari jl. vergen iets meer tijd omdat die maatregelen sterk afhankelijk zijn van de persoonlijke situatie bv. getrouwd of ongehuwd.

De minister zegt toe om op zo’n kort mogelijke termijn (gedacht wordt aan midden volgende week) met een brief te komen waarin de diverse instrumenten uiteen worden gezet. Aanvullend zal ze op een later tijdstip met een brief komen waarin meer in detail (zogenaamde maatmensen) wordt aangegeven wat dit feitelijk in de portemonnee betekent. Die tweede brief vergt iets meer tijd omdat dan meer de diepte wordt ingegaan.

De heer Knops (CDA) vraagt zich af waar die 90% vandaan komt. Waarom geen 100%? Mevrouw Eijsink (PvdA) vraagt speciale aandacht voor de helpdesk van het ABP. Defensie moet aldus mevrouw Eijsink erna streven dat de helpdesk de juiste informatie aan het oud-defensiepersoneel geeft. Geen antwoordapparaat, geen doorverwijzen. De minister zegt toe dat zij daar op terug zal komen. Voor dat laatste is ook overleg met het ABP vereist.

Voor het belangrijkste deel van het debat over het AOW-gat treft u onderstaand de opname van het debat.

Aanvullende compensatie AOW-gat

Eind vorig jaar heeft de motie Knops (CDA)/Van Dijk (SP) het met 72 stemmen voor en 75 tegen net niet gehaald. De motie vroeg de Regering om een volledige compensatie voor het AOW-gat.

Toch schuurt Defensie meer en meer naar een volledige compensatie al blijft het personeel met  grote vraagtekens achter.

De minister heeft namelijk op 20 januari 2017 een brief naar de Kamer gestuurd (klik hier) waarin ze maatregelen aankondigt die garanderen dat geen van de oud-defensiemedewerk(st)ers er meer dan 10% NETTO op achteruit gaat.

Let wel dit geldt niet ten opzichte van de uitkering maar ten opzichte wat deze medewerk(st)ers normaal aan AOW en pensioen hadden gekregen als de AOW-leeftijd niet omhoog was gegaan.

Op zich is het positief nieuws want alles dat tegen de 100% aanschuurt is meegenomen maar er zijn ook zeer veel vraagtekens waaronder:

  • In december 2016 ontried de minister de motie Knops/van Dijk omdat er eenvoudigweg geen geld was. Waar komt dat geld nu ineens vandaan? Uit de Rijksbegroting of uit de arbeidsvoorwaarden?
  • waarom zijn de bonden totaal niet geïnformeerd over deze brief? Blijkbaar communiceert de minister via de Kamer met het personeel en de bonden;
  • waarom geen volledige compensatie? Een achteruitgang van 10% in NETTO inkomen betekent harde euro’s die het personeel extra moet inleveren voor iets  (ophoging van de AOW-leeftijd) dat ontstaan is buiten de schuld van het defensiepersoneel. Defensie heeft immers niet bijtijds passende maatregelen genomen;
  • Hoe verhoudt de brief van 6 december 2016 (klik hier) zich tot de brief van 20 januari 2017 ( (klik hier).

Morgen donderdag 26 januari is er om 10.00 uur een Algemeen Overleg tussen de vaste Kamercommissie voor Defensie en de minister. Als agendapunt staat onder andere het AOW-gat. Mogelijk dat de minister van Defensie dan meer openheid van zaken geeft.

Voor de agenda klik hier

Om het Overleg met de minister direct te volgen klik hier  en dan op het scherm de PLAY-toets aantoetsen  (let wel pas op donderdag 26 januari vanaf 10.00 uur )

Dossier AOW-gat:  Continu ‘aanmodderen’

Eigenlijk is het te triest voor woorden zoals Defensie met het oud-defensiepersoneel omgaat.

2012

Reeds in september 2012 kondigde Defensie in het overleg met de bonden aan dat zij met een beleidsnotitie zou komen waarin aangegeven zou worden welke aanpassingen Defensie in de regelgeving wilde voorstellen omdat de AOW-leeftijd vanaf 2013 werd opgehoogd. (klik hier bij agendapunt 3)

2013

Toen de AOW-ophoging tot maximaal 3 maanden bij oud-defensiemedewerk(st)ers aan de orde kwam gaf Defensie aan dat dit met de zogenaamde overbruggings- of versleepregeling maar moest worden opgelost.

Voor de door het kabinet aangeboden overbruggingsregeling kwamen de meeste defensiemedewerk(st)ers niet in aanmerking. Gebruikmaken van de zogenaamde versleepregeling van ABP betekent in feite dat het opgebouwde pensioenkapitaal naar voren wordt gehaald waardoor tot het einde van het pensioen elke maand een lager pensioen wordt uitgekeerd (‘sigaar uit eigen doos’).

2014 – 2015

Na de uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens kwam Defensie met een zogenaamde Voorlopige Voorziening, (klik hier) waarin een bedrag ter hoogte van een bruto AOW werd toegekend.  Let wel bruto want de oud-defensiemedewerker moest nog wel steeds de AOW-premie betalen.

Eind 2015 gaf Defensie in een brief aan de Kamer nog aan dat Defensie geen compensatie kon geven voor de fiscale aspecten (klik hier). In de brief schrijft de minister:

“Dit betekent dat AOW-rechten worden opgebouwd, maar ook dat er AOW-premie verschuldigd is over het inkomen tot aan de AOW-leeftijd. Gebleken is dat er geen mogelijkheid is om een uitzondering te maken in de toepassing van die fiscale regels”.

2016

In 2016 zag Defensie mede naar aanleiding van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 18 juli 2016 dat die stellingname niet langer houdbaar was en kondigde Defensie op 6 december 2016 aan dat de AOW-compensatie NETTO zou zijn (klik hier). De minister schrijft aan de Kamer:

“Die hogere compensatie komt neer op de netto AOW-uitkering. Voormalig burgermedewerkers ontvangen daarnaast een financiële compensatie voor het mogelijk vervroegd (bij 65 jaar) laten ingaan van hun ABP-ouderdomspensioen”

2017

Op 20 januari 2017 komt Defensie weer met nieuwe maatregelen  (klik hier). Wederom informeert de minister alleen de Kamer:

“Deze aanvullende compensatie, voor zowel voormalig burger- als militair personeel, leidt ertoe dat het netto inkomen gedurende de periode van het AOW-gat in ieder geval nooit minder dan 90 procent bedraagt van het netto inkomen dat bij 65 jaar zou zijn uitgekeerd als de AOW- en pensioenleeftijd nog steeds 65 jaar zouden zijn geweest”

2012 – 2017

Terugkijkend kunnen we vaststellen dat de kruideniersmentaliteit van Defensie ingrijpende gevolgen heeft gehad voor het vertrouwen van het (oud-) defensiepersoneel in Defensie als werkgever.

Van een pro-actief samenhangend beleid op dit dossier is vanaf 2012 totaal geen sprake geweest.  Er is meer sprake van een ‘pappen en nathouden’ met een hoog reactief gehalte. Eigen initiatief ontbrak bij Defensie volledig.

 

De bonden en Defensie

De oplossing voor het AOW-gat en andere onderwerpen op het gebied van arbeidsvoorwaarden (waaronder het nieuwe diensteindestelsel)  behandelt Defensie in eerste instantie met de Centrales voor Overheidspersoneel (in de volksmond: de bonden).

Op 19 januari jl. hebben de gezamenlijke bonden te kennen gegeven dat het overleg is vastgelopen.  De standpunten van Defensie en de bonden  om tot een oplossing te komen over de arbeidsvoorwaarden lagen te sterk uiteen. Feitelijk betekent dit wederom oponthoud voor zeer belangrijke dossiers waaronder de nieuwe diensteinderegeling en een mogelijk nieuw pensioenstelsel.

Als dan ook nog blijkt dat Defensie de brief van 20 januari 2017 zonder vooradvies van de bonden naar de Kamer heeft gestuurd dan komt dat die onderlinge verhoudingen tussen Defensie en de bonden niet ten goede. O ja dat is een understatement.

Los van de perikelen in overlegland zijn de bonden (AFMP, KVMO, NOV, VBM) niet van plan om het bod van 20 januari 2017 te accepteren. Zij gaan nog steeds voor volledige (ergo 100%) compensatie. Ze maken zich op om op 15 maart 2017 (oud-burgerpersoneel Defensie) en 20 april 2017 (UGM-militairen) de Centrale Raad van Beroep te overtuigen dat de uitkering aan moet sluiten op de AOW-leeftijd.

 

Gegarandeerd Maandelijks Inkomen (GMI)

Het Sociaal Beleidskader Defensie heeft verschillende mogelijkheden om als herplaatsingskandidaat of remplaçant Defensie te verlaten. Eén van die mogelijkheden is een vrijwillig ontslag met een zogenaamd Gegarandeerd Maandelijks Inkomen.  De hoogte van dit inkomen tot de pensioengerechtigde leeftijd is 30%, 35% of 37,5% van het laatstgenoten bruto maandsalaris inclusief vakantieuitkering bij Defensie.

Het percentage is afhankelijk van de diensttijd. Voordeel van deze constructie is dat die minimum inkomensgarantie niet verlaagd wordt met de inkomsten uit een nieuwe betrekking. Ook niet als dit leidt tot een hoger inkomensniveau (boven 100% van laatstgenoten defensiesalaris).

Ook deze groep van oud-defensiemedewerkers heeft te maken met een zogenaamd AOW-gat.

Eind vorig jaar is een zaak bij de rechtbank Den Haag aanhangig gemaakt. De betreffende oud-defensiemedewerkster wilde het GMI tot aan haar AOW-leeftijd.

Defensie stelde zich op het standpunt dat zij zelf ontslag heeft genomen en zelf gekozen heeft voor een GMI. Daarmee aldus Defensie zag zij af van alle rechten tegenover Defensie. Defensie meent dat het GMI moet worden gezien als een afkoopregeling van rechten die zij anders had behouden als ze in dienst was gebleven bij Defensie. Zij wist immers dat de uitkering bij 65 jaar (‘pensioengerechtigde leeftijd‘) zou stoppen.

De rechtbank volgt Defensie niet in haar stelling omdat de rechtbank van mening is dat er sprake is van een verboden onderscheid naar leeftijd.. De leeftijd van 65 jaar is aldus de rechtbank inmiddels volstrekt willekeurig geworden nu deze niet meer samenhangt met de leeftijd waarop daadwerkelijk AOW of pensioen zal worden toegekend.

Voor de volledige uitspraak (klik hier)

 

Aanhouden van verzoek-/bezwaar-/beroepschriften

Binnenkort zal de Centrale Raad van Beroep oordelen of de door Defensie gekozen oplossing om het AOW-gat voor oud-defensiemedewerk(st)ers te dichten nog steeds een verboden onderscheid naar leeftijd is. Dit vindt plaats op 15 maart as voor het burgerpersoneel van Defensie dat via het SBK de organisatie heeft verlaten en op 20 april as voor de oud-militairen die een UGM-uitkering hebben (gehad).

Alle instanties (ABP, WW-plus en de rechtbanken) kijken reikhalzend uit naar de uitspraken in deze rechtszaken. Dat betekent wel dat veel verzoek- , bezwaar- en beroepschriften bewust door deze instanties worden aangehouden. Indien een beroep gedaan wordt op de Wet Dwangsom zal Defensie wel reageren en als rechtbanken de zaak op de rol hebben staan dan gaat de zitting gewoon door, maar iedereen maakt zoveel als mogelijk (om in militaire termen te spreken) een ‘pas op de plaats‘.

Gezien de onderlinge verwevenheid is de verwachting dat de Centrale Raad van Beroep in beide zaken op één en hetzelfde moment uitspraak zal doen.

Normaal gesproken wordt binnen 6 weken uitspraak gedaan dus dat betekent op z’n vroegst 1 juni 2017 (6 weken na 20 april 2017), maar dat kan ook zomaar nog een paar weken opschuiven dus om het aan de veilige kant te houden: medio 2017.

 

Fiscale boete

Doordat militairen vervroegd (voor de AOW-leeftijd) Defensie met Functioneel Leeftijdsontslag verlaten legt de Belastingdienst Defensie een 52% boete op de ontslagvergoeding op. Voor Defensie is dat op dit moment jaarlijks zo’n 150 miljoen euro.

Toch kan het ook anders.

Personeel werkzaam bij gemeente Den Haag kon drie dagen in de week gaan werken, voor 80% van hun loon en met 100% pensioenopbouw. Het misgelopen salaris konden de ambtenaren door het ABP als vroegpensioen laten uitbetalen. Het leek zo mooi maar de Belastingdienst kon deze constructie niet goedkeuren. Na overleg tussen de gemeente Den Haag, kamerlid Uhlenbelt van de SP en minister Asscher heeft de Belastingdienst toch nog ‘groen licht’  gegeven.

Het Gerechtshof in Den Bosch heeft onlangs geoordeeld dat de Belastingdienst een vrijwillige vertrekregeling niet mag behandelen als een verkapt vroegpensioen en dus geen fiscale boetes mag opleggen.

Bovenstaande zaken zijn een goede opstap voor Defensie om eindelijk eens als werkgever tot de hoogste rechterlijke instantie bezwaar te maken tegen de fiscale boete bij het militair personeel. Bij dit personeel is namelijk sprake van een wettelijke verplichting om Defensie te verlaten.

Per slot van rekening kan Defensie beter haar energie en geld steken in de rechtszaak tegen de Belastingdienst dan dat Defensie dure landsadvocaten inhuurt om het eigen defensiepersoneel in de rechtszaal te bevechten.