Samenwonend of alleenstaand?
Als compensatie voor het AOW-gat heeft Defensie in 2015 reeds afspraken gemaakt met de bonden. Dit betreft de Voorlopige voorziening tegemoetkoming inkomensderving als gevolg van ophoging AOW-leeftijd (klik hier)
Algemeen
De tegemoetkoming was aanvankelijk bruto waardoor het netto bedrag lager uitviel in verband met de afdracht van de AOW-premie. In 2017 heeft Defensie besloten om het fiscaal nadeel te compenseren en daarmee het AOW-bedrag netto uit te betalen.
Defensie volgt bij de vaststelling van de tegemoetkoming de regels van de Algemene Ouderdomswet.
Twee periodes worden niet in mindering gebracht op uw recht op de tegemoetkoming AOW t.w..
- periodes in het buitenland In artikel 2 lid 2 van de Voorlopige Voorziening staat namelijk: Een korting op grond van artikel 13 Algemene Ouderdomswet wordt hierbij buiten beschouwing gelaten;
- periodes dat de ex-defensiemedewerker een opgelegde vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel opgelegd heeft gekregen
Samenwonend of alleenstaand?
Defensie volgt ook de regeling van de Algemene Ouderdomswet waar het gaat om samenwonend of alleenstaand. De laatste groep (‘alleenstaand‘) krijgt namelijk € 334 euro netto per maand meer dan degene die samenwoont.
Normaal gesproken wordt binnen Defensie onder samenwonend verstaan:
- een huwelijk
- een geregistreerd partnerschap
- een geregistreerd samenlevingscontract
Voldoet u niet aan die voorwaarden dan bent u in de meeste regelgeving van Defensie alleenstaand.
Bij de AOW- tegemoetkoming is dat anders. Bij deze tegemoetkoming worden de richtlijnen van de Algemene Ouderdomswet gevolgd en daar wordt het begrip samenwonend veel breder opgevat. Het is goed als u zich dat realiseert zodra u 65 jaar wordt. De Sociale Verzekeringsbank heeft zelfs een folder daarover uitgegeven (klik hier)
Wat zegt de Algemene Ouderdomswet?
Van een gezamenlijke huishouding is volgens de wet sprake als
- twee personen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben (huisvestingscriterium)
- deze twee personen blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel anderszins (verzorgingscriterium).
in de Algemene Ouderdomswet is de relatie tot elkaar dus niet van belang. Als uw broer, zus, huisgenoot, neef, vriend, kennis etc op hetzelfde adres als u woont dan bent u al samenwonend.
Huisvestingscriterium
Het aantal dagen en nachten die samen worden doorgebracht zijn van belang voor de beoordeling van het huisvestingscriterium. Van belang is waar de personen verblijven, hun persoonlijke bezittingen staan en waar gewoonlijk de nacht wordt doorgebracht. Als een persoon op meerdere adressen verblijft, zal de wetgever aan de hand van de feiten en omstandigheden van het individuele geval beoordelen waar deze persoon zijn hoofdverblijf heeft. Het adres waar de persoon het merendeel van de tijd verblijft, zal als het hoofdverblijf gelden. Ook andere factoren kunnen een rol spelen, zoals het bewaren van kleding of andere eigendommen op het adres of het voeren van de administratie op dat adres.
Verzorgingscriterium
Het verzorgingscriterium kan worden afgeleid uit de mate van financiële verstrengeling dan wel dat u op een andere wijze voor elkaar zorgt. Financiële verstrengeling kan onder meer worden afgeleid uit het gezamenlijk doen van bepaalde huishoudelijke uitgaven, de aanwezigheid van gezamenlijke rekeningen of een machtiging tot het opnemen van geld van de rekening van de ander, het gezamenlijk afsluiten van verzekeringen, borg staan voor een persoonlijke lening van de ander, het hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het geheel van de huur of het afsluiten van een levensverzekering met de ander als begunstigde.
Het is belangrijk om aan te geven dat elke situatie verschillend is en verschillend beoordeeld kan worden.
Om te kunnen beoordelen of er sprake is van een gezamenlijke huishouding, dient u er rekening mee te houden dat u inzicht moet kunnen geven over de feitelijke situatie van zowel het huisvestingscriterium als het verzorgingscriterium. U moet aantonen hoe uw feitelijke situatie in elkaar steekt.
Voor de reguliere AOW kan de Sociale Verzekeringsbank bijvoorbeeld om een logeer- of huishoudboek vragen. Let wel dat is enkel en alleen van toepassing als niet op andere wijze inzicht verkregen kan worden in de feitelijke situatie.
Wat doet het ABP?
Op dit moment stelt het ABP in eerste instantie vast of er sprake is van een huwelijk, een geregistreerd partnerschap of een geregistreerd samenlevingscontract. Deze gegevens zijn veelal al bekend in verband met de pensioenen. Het ABP heeft ook toegang tot de Gemeentelijke Basisadministratie zodat het ABP kan vaststellen hoeveel personen op een bepaald woonadres wonen. Op basis van die gegevens wordt het inkomensoverzicht opgesteld.
Indien een persoon op meerdere adressen verblijft kan het ABP dat moeilijker vaststellen. Ook het verzorgingscriterium valt niet altijd eenduidig aan te tonen.
De kans dat het ABP dit jaar controles gaat uitvoeren of u zal vragen om bepaalde zaken te bewijzen acht ik niet groot. Het ABP moet nu met de uitvoering van de aanvullende maatregelen al alle zeilen bijzetten.
In de komende jaren ga ik er wel vanuit dat het ABP gerichte controles gaat uitvoeren.
Het advies dan ook:
- hou rekening met de bepalingen van ‘samenwonen’.
- geef elke wijziging in uw woonsituatie aan het ABP door
Een gewaarschuwd mens telt automatisch voor twee dus voorkom ellende achteraf.