Regel 7: U hoeft niets te bewijzen
Het feit dat u niet verplicht bent te antwoorden heeft enkel en alleen te maken met het feit dat u niet verplicht kunt worden om mee te werken aan uw eigen veroordeling.
U hoeft dus, en dat is heel belangrijk, niet te bewijzen, dat u schuldig bent. U bent daarom slechts verdachte en onschuldig tot het moment dat u onherroepelijk bent veroordeeld.
Het is de taak van de opsporingsambtenaren en in het verlengde daarvan het Openbaar Ministerie om aan te tonen, dat u het vergrijp waar u van verdacht wordt heeft begaan. En als er geen (in)direct bewijs voorhanden is of als het bewijs rammelt dan wordt u eenvoudigweg vrijgesproken.
Of u het nu wel of niet heeft gedaan doet dan niet terzake. Ook voor een advocaat/raadsman is het niet van belang om te weten of u het strafbare feit al dan niet heeft gepleegd. Als de politie een advocaat vraagt: “Heeft uw cliënt het feit gepleegd” dan zal hij veelal de volgende antwoorden geven:
– Mijn cliënt geeft aan dat hij het niet heeft gedaan en ik heb geen reden om daaraan te twijfelen of
– Op basis van het bewijs kan ik niet anders concluderen, dan dat mijn cliënt het strafbare feit niet heeft gedaan.
Stelregel blijft altijd: is er wettig en overtuigend bewezen, dat u het feit heeft gepleegd. Voor de advocaat/raadsman én voor u is het van belang om te beoordelen of de bewijslast zodanig wettig en overtuigend is dat u daarmee kan worden veroordeeld.
Veertien Hells Angels werden in 2007 vrijgesproken van moord. Allen beriepen zich op hun zwijgrecht. “Ze hebben de schijn tegen, maar hard bewijs ontbreekt”, concludeert het Hof.