U wordt ergens van verdacht en veelal staat zo’n vergrijp in een artikel van het Wetboek van Strafrecht en/of het Wetboek van Militair Strafrecht.

Indien u volgens de opsporingsambtenaren een strafbaar feit heeft begaan dan zullen deze ambtenaren eerst bezien welk artikel(en) u heeft overtreden. Belangrijk voor de bewijslast is evenwel dat de feiten en omstandigheden zoals neergelegd in dat betreffende wetsartikel liefst volledig met uw verklaring overeenkomen.

De opsporingsambtenaren zullen hun vragen dus zo formuleren, dat u zelf in uw beantwoording alle elementen van het overtreden wetsartikel zult vermelden. Voor de rechter is na lezing van uw verklaring het dan gemakkelijker om u te veroordelen.

In het proces-verbaal zal dus nooit staan dat u heeft gezegd dat u iets heeft meegenomen. Nee, in uw verklaring zal altijd staan dat u heeft gezegd, dat u zich deze goederen wederrechtelijk heeft toegeëigend. Zorg er dus ook voor dat als u iets verklaart en uw verklaring op schrift wordt gezet dat deze verklaring voor u ook begrijpelijk blijft.

Als u niet weet wat ‘wederrechtelijk’ is dan hoeft u dat dus ook niet te verklaren. Ook al leggen de opsporingsambtenaren het nog drie keer uit.

Neem de tijd om uw eigen verklaring liefst samen met uw advocaat of raadsman goed door te lezen. U heeft alle tijd. Laat u vooral niet opjagen.

Het is uw verklaring. Als u te weinig tijd krijgt dan tekent u niets helemaal niets. Ook dan zal er druk op u worden uitgeoefend maar u moet achter de verklaring staan en als er zaken in staan die u niet heeft gezegd dan moet dat doorgehaald worden.

Zodra u tezamen met uw raadsman kunt instemmen met de verklaring moet u direct om een kopie van deze verklaring vragen. U heeft op dat moment ook zelf een bewijs van uw verklaring.

Ga terug naar het overzicht van de 10 regels

Ga naar regel 7