Toch van eindloon naar middelloon?

Arbeidsvoorwaardenakkoord 2017

Op 24 november 2017 hebben de Centrales van Overheidspersoneel sector Defensie een arbeidsvoorwaardenakkoord over de periode van 1 januari 2017 tot 1 oktober 2018 getekend. (klik hier)

In dit akkoord zijn de vakbonden vertegenwoordigd in de afzonderlijke Centrales voor Overheidspersoneel tot enkele afspraken gekomen. Los van de loonmaatregelen was er ook een belangrijke paragraaf over de pensioenregeling voor militairen.

Daarover stond

De huidige eindloonregeling zal worden verlaten. Met ingang van 1 oktober 2018 is er overeenstemming over een structurele defensiespecifieke pensioenregeling voor militairen die per 1 januari 2019 zal worden geïmplementeerd.

Arbeidsvoorwaardenresultaat 2018

Op 4 oktober 2018 hebben de Centrales van Overheidspersoneel sector Defensie het arbeidsvoorwaardenresultaat van 20 augustus 2018 afgewezen (klik hier). De achterban van de bonden hadden richting de besturen aangegeven dat zij zich niet konden vinden in het resultaat. Zo gaf onder andere de paragraaf over de pensioenen voor het militair personeel teveel vraagtekens. Wat te denken van de zinsnede uit het resultaat:
Sociale Partners spreken af voor deze groepen FPS-3 personeel een verzachtende maatregel met een tijdelijk karakter te treffen.

Kortom reden genoeg om het resultaat af te wijzen.

ABP wijzigt eindloonregeling in middelloonregeling

Het ABP was in augustus 2018 al voor de troepen uitgelopen door het resultaat als ‘voldongen feit’ neer te zetten. (klik hier)

Toen het resultaat was afgewezen was dat voor het ABP aanleiding om het militair personeel te informeren dat de pensioenregeling voor militairen per 1 januari 2019 toch gaat wijzigen. Het ABP gaf aanvullend aan dat de eindloonregeling per 1 januari 2019 wordt vervangen door een tijdelijke basisregeling. (klik hier)

Voor de bonden op hun beurt was dat reden om het ABP te sommeren om dit voornemen (van eindloonregeling naar middelloonregeling) alsnog in te trekken.

Het ABP gaf aan gewoon door te gaan zodat de bonden wel gedwongen werden om een kort geding tegen het ABP aan te spannen.

Kort geding tegen het ABP

Dit kort geding was op 17 december 2018. Op 21 december 2018 was de uitspraak. In de uitspraak (klik hier) oordeelde de rechter in het nadeel van het ABP. In het vonnis staat daarover:

De bevoegdheid van ABP om deze te toetsen doet daar niet aan af.

ABP heeft in zijn publicaties een voorstelling van zaken gegeven alsof reeds definitief vast staat dat met ingang van 1 januari 2019 voor militairen een pensioenregeling met (uitsluitend) een middelloonregeling geldt dan wel zal gelden, zonder dat daarvoor op objectieve gronden een rechtvaardiging bestaat. Aannemelijk is dat die publicaties bij de achterban van de Centrales veel onrust hebben veroorzaakt. Eveneens aannemelijk is dat deze uitlatingen (mede daardoor) een belemmering vormen voor spoedige en succesvolle onderhandelingen tussen de sociale partners, die nodig zijn om tot een nieuwe pensioenregeling te komen. Door het te doen voorkomen dat het reeds een voldongen feit zou zijn dat een nieuwe pensioenregeling slechts zal zijn gebaseerd op een middelloonregeling, heeft ABP gehandeld in strijd met hetgeen van hem mag worden verwacht op grond het wettelijk systeem waarin is bepaald dat het uitsluitend de sociale partners zijn die bepalen wat de inhoud van de pensioenregeling is.

Kort geding tegen Defensie

Defensie op haar beurt werd door de bonden gesommeerd om samen met de bonden op te trekken richting ABP. Defensie weigerde elke medewerking om in gezamenlijkheid alsnog de eindloonregeling te bepleiten bij het ABP.

Ook tegen Defensie werd een kort geding aangespannnen en wel op 10 december 2018.

Ook hier was de uitspraak op 21 december 2018. Voor de uitspraak klik hier. De rechter heeft de Centrales voor Overheidspersoneel in het ongelijk gesteld. De rechter baseerde zich onder andere op het arbeidsvoorwaardenakkoord waarin expliciet staat dat er vanaf 1 januari 2019 een middelloonregeling is. Uit de uitspraak lezen we onderstaande tekst:

In het arbeidsvoorwaardenakkoord staat namelijk duidelijk dat de huidige eindloonregeling zal worden verlaten. Daarbij is geen voorbehoud opgenomen. Als reden daarvoor wordt genoemd dat de huidige eindloonregeling voor militairen onder een steeds grotere financiële, beleidsmatige en maatschappelijke druk staat en dat omvorming naar een nieuw pensioenstelsel noodzakelijk is. Vervolgens wordt er gesproken over een overgangsregeling voor 2018. Het feit dat van een overgangsregeling wordt gesproken, impliceert dat er na 2018 een andere pensioenregeling zal gaan gelden. Deze nieuwe pensioenregeling die per 1 januari 2019 zal gaan gelden, zal nog worden uitgewerkt, waarbij het vertrekpunt van denken een middelloonregeling is, zo staat in het arbeidsvoorwaardenakkoord. Als de middelloonregeling het vertrekpunt van denken is, dan is duidelijk dat partijen zijn overeengekomen dat niet meer wordt gesproken over een eindloonregeling vanaf 2019 maar alleen nog over een nadere invulling van die middelloonregeling. Gelet op het samenstel van de in het arbeidsvoorwaardenakkoord opgenomen tekst, is de uitleg van ACOP en AC dat een eindloonregeling per 1 januari 2019 nog tot de mogelijkheden behoorde niet logisch. Het arbeidsvoorwaardenakkoord is door ACOP en AC ondertekend, zodat zij daarmee in ieder geval op het moment van ondertekening akkoord zijn gegaan. Dat hun achterban daar achteraf, na consultatie, kennelijk anders over dacht, maakt dat niet anders.

De bonden zijn door het akkoord van 2017 feitelijk in het pak genaaid. Ze laten het hierbij evenwel niet zitten en zullen in hoger beroep gaan.

Toch hebben de bonden en Defensie rondom de jaarwisseling met elkaar van gedachten gewisseld en zijn tot een voorlopige regeling gekomen.

De tussenoplossing

Op 3 januari 2019 hebben Defensie en de bonden elkaar een brief gestuurd (klik hier voor de brief van Defensie aan de bonden ) en de brief van de bonden aan Defensie (klik hier) .

Uiteindelijk heeft Defensie op 11 januari 2019 daarop weer gereageerd (klik hier).

Defensie en de bonden zijn alsnog overeengekomen dat bij militairen in 2019 een voorschot werknemersdeel pensioenpremie wordt ingehouden van 9,28%. Dit premiepercentage is gelijk aan het premiepercentage dat bij militairen in 2018 is ingehouden. Deze maatregel blijft totdat er een structurele pensioenregeling specifiek voor militairen is vastgesteld.

Zodra de definitieve regeling er is dan zal het voorschot met de nieuwe regeling worden ‘verrekend‘ waarbij het ‘voordeel schutter geldt’ t.w. teveel betaalde premie zal worden terugbetaald aan de betrokken militairen, maar eventueel te weinig betaalde premie door militairen hoeft niet te worden bijbetaald.

In de brieven tussen de bonden en Defensie komt ook naar voren dat de partijen de ANW-compensatie voor militairen ook voor 2019 willen vasthouden. Feitelijk betekent dit dat als de militair overleden is en de partner in 2019 de leeftijd van 65 jaar bereikt de ANW-compensatie voor hem/haar blijft doorgaan tot de AOW-gerechtigde leeftijd.