Wederom staat u voor de keuze: bent u het eens met de beslissing van het bestuursorgaan op uw bezwaar.

Als u het niet eens bent dan kunt u in beroep gaan bij de rechtbank. In de beslissing op uw bezwaar staat exact waar, hoe en wanneer dat moet.

Ook hier geldt: Uw beroepschrift moet binnen zes weken bij de rechtbank worden ingediend. Na verwerking van uw beroepschrift ontvangt u van de rechtbank een bevestiging dat u beroepschrift is ontvangen. Tevens ontvangt u een factuur om het griffierecht te betalen.

Nota Bene: Het is zeer belangrijk dat het griffiegeld op tijd betaalt! Wat als u het griffierecht niet of niet op tijd betaalt? Dan is de kans groot dat de zaak niet in behandeling wordt genomen. Als u ons de opdracht geeft om uw zaak te behandelen dan dragen wij zorg dat namens u het griffiegeld wordt voldaan.

Nu kan het zijn dat u dringend een uitspraak van de rechter wenst bv omdat anders aan iemand anders de functie wordt toegewezen of omdat de opleiding waarvoor u bent afgewezen maar éénmaal per jaar is.

In dat geval kunt u tegelijkertijd met het beroep ook een zogenaamde voorlopige voorziening aanvragen (‘kort geding’) om snel een besluit van de rechter te forceren.

Als u tegelijk met het beroep ook een voorlopige voorziening aanvraagt, bent u eveneens griffiegeld verschuldigd.

 

[slideshow_deploy id=’1257′]

 

De zitting bij de bestuursrechter

Naar aanleiding van het beroepsschrift wordt u uitgenodigd voor een zitting bij de bestuursrechter. De rechtbank streeft erna uw beroep ongeveer drie maanden na de indiening van het beroepschrift op een zitting te behandelen. U en de tegenpartij (bv het ministerie als werkgever of de gemeente als u particulier een verzoek heeft ingediend) ontvangen zo spoedig mogelijk een vooraankondiging met een datum en een dagdeel waarop de zaak zal worden behandeld.

In dit proces bij de rechtbank vervult u twee rollen t.w.

  • de eisende partij (‘eiser’): u heeft immers beroep ingesteld bij de rechtbank tegen de beslissing van het bestuursorgaan
  • een belanghebbende want hij heeft zeer veel belang bij de uitspraak van de rechter

Tijdens de zitting bij de bestuursrechter zal de rechter eerst uw persoonsgegevens en de persoonsgegevens van uw raadsman met u doornemen.

Vervolgens zal de rechter naar aanleiding van de ingebrachte stukken aan u en/of degene, die namens de overheid optreedt, vragen stellen.

Vervolgens worden beide partijen in de gelegenheid gesteld om hun standpunten nogmaals te verwoorden waarbij tevens de mogelijkheid wordt gegeven om nog op elkaars standpunten te reageren.

Zodra alle standpunten zijn uitgewisseld sluit de rechter de zitting en geeft hij aan binnen welke termijn beide partijen een antwoord tegemoet kunnen zien. De rechter kan direct aan het einde van de zitting mondeling uitspraak doen, of schriftelijk binnen zes weken na de zitting. In beide gevallen krijgt u de uitspraak thuis gestuurd.

 

 

Uitspraak van de bestuursrechter

Voor beroepszaken zijn er drie uitspraken mogelijk:

  • Het beroep is niet-ontvankelijk, omdat bijvoorbeeld:
    • U te laat het beroepschrift heeft ingediend. of
    • U heeft niet of te laat het griffiegeld betaald.
  • Het beroep is ongegrond: De rechter vindt de argumenten van u onvoldoende om de beslissing van de overheidsinstantie te vernietigen.
  • Het beroep is gegrond: De rechter vindt dat de overheidsinstantie een verkeerde beslissing genomen heeft.

 

Als u gelijk van de rechter krijgt

Als de rechter vindt dat u gelijk heeft dan moet het bestuursorgaan op basis van die uitspraak een nieuw besluit nemen. Ook kan de rechter dan bepalen dat het bestuursorgaan uw kosten moet betalen, inclusief het door u betaalde griffierecht. Soms doet de rechtbank de zaak zelf af en neemt eigenlijk op de stoel van het bestuursorgaan direct een besluit.

Doet de rechtbank de zaak niet zelf af dan moet het bestuursorgaan rekening houden met uw argumenten en de uitspraak van de Rechtbank.

Dat wil evenwel niet altijd zeggen dat het bestuursorgaan voor 100% met uw argumenten meegaat. Neemt het bestuursorgaan een nieuw besluit en dat besluit heeft niet uw goedkeuring dan begint de procedure richting de Rechtbank weer opnieuw.

Krijgt u geen gelijk dan kunt u in hoger beroep gaan.

lees meer voor fase 3: de behandeling van uw hoger beroep bij voorbeeld de Centrale Raad van Beroep