Raad stelt Defensie in het gelijk

Klik hier voor de uitspraak

Vandaag op 26 april 2017 heeft de Raad het hoger beroep behandeld van 20 personen die als burger Defensie vanwege overtolligheidsontslag hebben verlaten. Deze groep werd/wordt geconfronteerd met een AOW-gat omdat de uitkering bij 65 jaar stopt en de AOW veel later ingaat.

De Raad gaf aan dat in de uitspraak van 18 juli 2016 reeds is aangegeven dat Defensie weliswaar een verboden onderscheid naar leeftijd maakt maar dat dit gerechtvaardigd is. Zij die 65 jaar of ouder zijn kunnen immers aanspraak maken op een pensioen. Voorts heeft Defensie geen onbeperkte financiële middelen voor de groep post-actieven. Er dient aldus Defensie een duidelijke evenwicht te zijn in de verdeling van de middelen over de actieven en de post-actieven.

 

De Raad meent dat de maatregelen die Defensie na 18 juli 2016 heeft genomen passend en adequaat zijn.

Deze maatregelen zijn:

  • Tegemoetkoming AOW wordt netto uitgekeerd zodat de fiscale aspecten worden geneutraliseerd
  • Voor burgers geldt een pensioencompensatie ongeacht of ze het pensioen naar voren halen
  • Burgers en militairen gaan niet meer dan 10% achteruit ten opzichte wat ze verwacht hadden te krijgen op het moment dat ze met 65 jaar AOW en pensioen hadden gekregen.

Weliswaar is er aldus de Raad  sprake van een inkomensterugval  maar die terugval is niet bij iedereen 10%.

Ook ziet de Raad geen bezwaar tegen het feit dat de defensiemedewerk(st)er gedwongen wordt om het pensioen naar voren te halen. In de gepresenteerde cijfers was geen sprake van een grote inkomensterugval.

Ook ging de Raad mee in de stellingname van Defensie wat onder gerechtvaardigde aanspraak moet worden gerekend. Defensie gaat daarbij uit van het bedrag dat de medewerker normaal gesproken had gekregen aan pensioen en AOW als de AOW niet verhoogd was.

Ook de aanvullende gronden van de groep van 20 waaronder ongeoorloofd onderscheid naar burgerlijke staat (‘gehuwden krijgen een lagere tegemoetkoming dan ongehuwden) vonden geen genade bij de Raad.

Al met al heeft Defensie op alle punten van de Raad gelijk gekregen. Of Defensie daarmee ook gelijk heeft blijft de grote vraag.

De uitspraak heeft verstrekkende gevolgen voor alle bezwaar- en beroepschriften omdat Defensie nu kan verwijzen naar de uitspraak van de Raad die voor beide partijen bindend is.

Vanzelfsprekend zal bezien worden de uitspraak goed bestudeerd worden om te bezien of er nog andere juridische of politieke mogelijkheden zijn.