Defensie en de Centrales voor Overheidspersoneel (zeg maar de bonden) hebben regelmatig overleg met elkaar over uiteenlopende onderwerpen met betrekking tot arbeidsvoorwaarden .

De afgelopen jaren hebben laten zien dat dit overleg niet altijd vlekkeloos is verlopen. Scherper gezegd: we moeten vaststellen dat het overleg de laatste jaren gewoon zeer moeizaam verloopt.

Vaak werd het overleg met wederzijds enthousiasme opgestart maar moest uiteindelijk toch door één van beide partijen (veelal de bonden) vastgesteld worden dat er niet voldoende basis was om  een gezond overleg voort te zetten. Soms ook werd het stilleggen van het overleg als uiterste pressiemiddel door de bonden gebruikt, omdat Defensie gewoon botweg doorging zonder rekening te houden met het personeel.

Ook deze week hebben de gezamenlijke bonden moeten besluiten om het overleg over de nieuwe arbeidsvoorwaarden (tijdelijk) stop te zetten.

Nieuwsbrief 22 januari 2017

 

Periode 2010/2011

Eind 2010 waren de bonden boos op Defensie omdat een nieuwe CAO steeds uitbleef. Als klap op de vuurpijl kondigde de heer Hillen als minister van Defensie nieuwe ingrijpende reorganisaties aan. Zo werd in april 2011 duidelijk dat mogelijk 6000 defensiemedewerk(st)ers gedwongen zouden worden ontslagen.

Na de grote demonstratie van zo’n 5000 militairen op het Malieveld leek de lucht geklaard te zijn. De minister gaf toen aan dat hij weer snel verder wilde praten. De vakbonden waren eerst blij met de handreiking van de minister maar ze gaven al meteen aan dat Hillen wel iets zou moeten bieden. Daar concrete voorstellen van Defensie uitbleven lag het overleg maanden stil.

Periode 2012/2013

Ondanks diverse verzoeken van de bonden aan Defensie om inzichtelijk te maken wat de financiële gevolgen van de invoering van de Wet Uniformering Loonbegrip (WUL) voor militairen zou betekenen bleef het van de kant van Defensie tot op het laatste moment ijzingwekkend stil. Pas vlak voor de Kerst van 2012 kwam een formele brief van de CDS en de SG (getekend door Tom MIddendorp en Ton Annink) met een nadere uitleg over de financiële gevolgen nl. een inkomensachteruitgang voor bepaalde groepen tot zelfs 5%.

Op 21 december 2012 schortten de bonden het overleg over alle onderwerpen (inclusief de reorganisaties) met Defensie op. Pas in februari 2013 kwam de minister met een compensatievoorstel om de financiële gevolgen van de WUL terug te brengen naar een inkomensachteruitgang van maximaal 1,5%.

In maart 2013 werd het overleg weer hervat.

Periode 2014/2015

Op 11 november 2014 legden de bonden het overleg met Defensie stil. Aanleiding was toen de erkenning van het feit dat militairen die onder de uitzendbescherming vallen toch uitgezonden werden. Dit betrof F-16 missies boven Irak en de Patriotmissie. Bij de laatste missie werd zeer duidelijk dat Defensie zich niet hield aan de afspraken rondom de uitzendbescherming. De afspraken tussen Defensie en de bonden  waren namelijk dat één periode van uitzending gevolgd zou worden door twee evenlange periodes dat de militair niet uitgezonden wordt. Door de inkrimping van de Patriot-eenheden en de beperkte capaciteit van ter zake deskundig personeel om de Patriots te bedienen kon Defensie niet aan die norm voldoen.

Op 2 december 2014 werd het gesprek tussen Defensie en de bonden over de uitzendbescherming hervat. Defensie bevestigde nogmaals de uitzendnorm en gaf aan dat deze uitzondering eenmalig zou zijn. Voorts gaf Defensie voldoende waarborgen aan de bonden dat uiteindelijk werd ingestemd met de aanvullende personeelszorgaspecten voor dit Patriot-personeel.

Periode 2016/2017

Half september 2016 begonnen de bonden aan de nadere invulling van het eerste deelakkoord dat in maart 2015 was afgesloten. Defensie en de bonden moesten tot een arbeidsvoorwaardenpakket komen.

Nog voordat de onderhandeling waren begonnen moest Defensie al afhaken. De financiële speelruimte voor Defensie was door het ministerie van Financiën zo beperkt dat Defensie een vergadering eenzijdig annuleerde.

Voor de bonden aanleiding om op 29 september 2016 het overleg met Defensie stop te zetten omdat er aldus de bonden “geen enkele financiële beweging van de kant van Defensie mogelijk is”.

Op 27 oktober 2016 was er voldoende draagvlak om het overleg te hervatten. In deze vergadering gaf de bewindsvrouwe aan een oplossing te hebben gevonden voor alle problemen, die de maand daarvoor voor bonden de reden waren om het overleg op te schorten.

De bonden van hun kant wilden niet zomaar aan het overleg deelnemen. Zij hadden als voorwaarde gesteld dat er voldoende perspectief (poen) moet zijn om een goed onderhandelingsresultaat (loonontwikkeling) te kunnen presenteren. Op basis van de insteek van de minister (‘er is voldoende financiële ruimte’) gaven de bonden aan de minister het voordeel van de twijfel.

Nu na drie maanden is door de gezamenlijke bonden vastgesteld dat “alle pogingen van de centrales ten spijt om op constructieve wijze tot een vergelijk te komen zijn mislukt. Simpel gesteld, het arbeidsvoorwaardenoverleg is vastgelopen”.  

Komende week zal er nog een overleg met de minister zijn in het zogenaamde Sector Overleg Defensie maar de gezamenlijke bonden hebben weinig hoop dat dit tot een oplossing zal leiden.

Wat betekent dit?

Nu het overleg zo goed als zeker is stilgelegd worden de afspraken zoals overeengekomen in het eerste deelakkoord van april 2015 niet verder geconcretiseerd in een nieuw arbeidsvoorwaardenakkoord.

Dit betekent dat over onderstaande onderwerpen voorlopig geen besluiten vallen:

–          Het nieuwe diensteindestelsel voor militairen

–          De inkomensontwikkeling voor de komende jaren

–          De definitieve reparatie van het AOW-gat

–          Het Pensioenstelsel en het loongebouw

–          Nadere uitwerking van het Flexibel Personeelssysteem

–          Talentontwikkeling bij het burgerpersoneel

–          Scholing en mobiliteit bij het burgerpersoneel

 

Op 26 januari as vergadert de Vaste Kamercommissie van Defensie met de minister van Defensie over uiteenlopende P-onderwerpen. Het vastlopen van het overleg zal dan zeker aan bod komen.