algemeen

Elke zaak heeft zijn eigen dynamiek. Een moordzaak wordt door de Openbaar Ministerie in de procedure anders aangepakt dan als iemand verdacht wordt dat hij doorgereden is na een aanrijding. In het eerste geval is vaak sprake van een voorlopige hechtenis, een regiezitting en meerdere dagen bij de rechtbank; in de andere zaak blijft de verdachte vrij in beweging en wordt de zaak in 20 minuten bij de rechtbank behandeld.

Wij willen ons beperken tot de meest voorkomende gevallen, waarbij slechts één rechtbankzitting is en de verdachte niet in hechtenis wordt genomen.

De gang van zaken tijdens een zitting verloopt altijd volgens een vast patroon, die onderstaand nader wordt toegelicht

De bode roept de zaak uit

U krijgt een dagvaarding waarop op welke datum en welk tijdstip uw zaak bij de rechtbank wordt gehouden. U meldt zich op die dag en (bij voorkeur) 30 minuten voor aanvang van de zitting bij de bode van de zaal waar uw zaak wordt behandeld. Hij noteert dat u en (eventueel) uw raadsman aanwezig zijn. Op een moment doet hij de deur van de rechtszaal open en roept uw naam af. U en uw raadsman gaan de rechtszaal in.

De rechter controleert de persoonsgegevens

De rechter opent de zitting en zal uw persoonsgegevens (naam, adres, geboortedatum) met u doorlopen. Hij wil zeker weten dat degene die in het proces-verbaal staat ook degene is die tijdens de zitting voor hem staat. Ook controleert de rechter welke andere personen aanwezig zijn. U kunt bijvoorbeeld uw eigen raadsman/advocaat of getuigen hebben meegenomen.

Daarnaast deelt de rechter u mede dat u goed moet opletten wat er tijdens de zitting gebeurd. Ook zal de rechter u vertellen dat u niet verplicht bent om te antwoorden op de vragen. U heeft immers het recht om te zwijgen.

De officier van justitie draagt de tenlastelegging voor

Vervolgens geeft de rechter het woord aan de Officier van Justitie. Die officier zal aan de rechter uitleggen van welk strafbaar feit u precies wordt verdacht, met andere woorden wat u exact ten laste is gelegd in de dagvaarding. Vaak leest de Officier van Justitie opnieuw de dagvaarding op.

Onderzoek door de rechter

De rechter neemt het woord over. Feitelijk wil de rechter vaststellen of hetgeen in het proces-verbaal is vermeld daadwerkelijk zo is geschied.

Hij zal vragen aan u stellen om het gepleegde feit bevestigd te krijgen: “Was u daar aanwezig?” Hoeveel biertjes heeft u toen gedronken?”. Ook kan hij vragen ter verduidelijking stellen omdat het bijvoorbeeld voor de rechter niet helder in het proces-verbaal staat. Tenslotte kan hij bepaalde bewijsstukken aan u voorleggen: “u zegt wel dat u maar éen biertje heeft gedronken, maar hoe verklaart u dan het hoge promillage dat in uw bloed is vastgesteld?”

Zo kan de rechter ook uw getuigen aanvullend vragen stellen. Alvorens getuigen en/of deskundigen mogen spreken worden zij eerst tijdens de zitting beëdigd. Dit houdt in dat ze door middel van het afleggen van de eed of belofte officieel voor de rechter verklaren dat ze de waarheid zullen spreken. De eed en belofte hebben niet alleen een symbolische waarde. Een getuige die liegt (‘meineed’) terwijl hij beëdigd is, kan strafrechtelijk vervolg worden.

Indien de rechter een compleet beeld heeft, geeft hij (indien sprake is van een meerdere leden van de rechtbank) de overige leden de gelegenheid om vragen te stellen. Ook de officier van justitie of uw advocaat/raadsman worden in de gelegenheid gesteld om aan u of uw getuigen vragen te stellen.

Behandeling van de persoonlijke omstandigheden van verdachte

Zodra de feiten zijn behandeld en de vragen aan u, uw getuigen en eventuele deskundigen zijn gesteld zal de rechter nader ingaan op uw persoonlijke omstandigheden. Hoe kon het zo gebeuren? Zijn er feiten en/of omstandigheden die verklaren waarom u dit feit heeft begaan?

De vordering van de benadeelde partij en/of uitoefening van het spreekrecht

Soms heeft u schade toegebracht aan een ander. Bijvoorbeeld u heeft geen voorrang verleend aan een fietser die daardoor ernstig letsel heeft opgelopen. Indien het slachtoffer ernstige schade heeft opgelopen bent u als veroorzaker in principe daar namelijk aansprakelijk voor.

Een benadeelde partij (het slachtoffer) heeft een spreekrecht tijdens de zitting en zal door de rechter dus in de gelegenheid worden gesteld om een aantal woorden te spreken of een slachtofferverklaring voor te lezen. De benadeelde partij mag alleen praten over de gevolgen die hij of zij heeft ondervonden. De benadeelde partij mag zich dus niet inhoudelijk over de zaak uitlaten. Hij mag bijvoorbeeld niet zeggen dat u schuldig bent, want dat bepaalt de rechter.

Mogelijk heeft de benadeelde partij in uw strafprocedure een eis tot schadevergoeding ingediend. Deze eis mag de benadeelde partij toelichten. De benadeelde partij kan ook een advocaat in de arm nemen die dit namens hem of haar doet.

De strafeis van de officier van justitie, het requisitoir

Als alle feiten en/of omstandigheden uitgebreid zijn behandeld geeft de rechter het woord aan de officier van justitie. De officier zal in een zogenaamd requisitoir zijn visie op de zaak geven. De officier zal daarbij nogmaals benadrukken dat bewezen is verklaard waarvan u wordt verdacht. Eventueel zal hij nader ingaan op de feiten en/of omstandigheden van u of de benadeelde partij en aangeven of en welke invloed die heeft gehad op zijn overwegingen. De officier van justitie eindigt zijn verhaal met de strafeis. Hij kan de rechter verzoeken om een straf of maatregel op te leggen, maar kan in uitzonderlijke gevallen ook vragen om u vrij te spreken. Ook bestaat de mogelijkheid dat hij vaststelt dat u wel schuldig bent maar dat er geen straf wordt opgelegd.

Daarnaast zal de officier van justitie zich uitlaten over de vordering van de benadeelde partij.

De visie van de verdediging, het pleidooi.

Nadat de officier van justitie zijn zegje heeft gedaan is het de beurt aan u of uw advocaat/raadsman om uw verhaal te doen. In dat verhaal kunt u de voor u belangrijke punten aangeven die u nogmaals of aanvullend onder de aandacht van de rechter wilt brengen. Dat kan betrekking hebben op de feiten waarvan u wordt verdacht, op de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd of op de strafeis die de officier van justitie naar voren heeft gebracht.

Na het laatste woord volgt meestal in kantonzaken en politierechterzaken direct het mondelinge vonnis. In de zaken die dienen voor de meervoudige kamer vindt in de regel het vonnis na 14 dagen plaats.

De tweede ronde, reactie van de officier en daarna van de advocaat re- en dupliek

Daarna vindt er nog een tweede ronde plaats. De officier van justitie mag namelijk nog een keer reageren op het verhaal van u en/of uw advocaat. Dan mag uw advocaat dan nog een keer het woord voeren. U krijgt als verdachte altijd het laatste woord.

Het laatste woord van de verdachte

Vervolgens vraagt de rechter aan het eind van de zitting nog aan u of u nog aanvullends ietsl wilt zeggen. Als verdachte heeft u immers altijd het laatste woord.

De sluiting van het onderzoek

Als alles is gezegd en iedereen heeft gesproken dan sluit de rechter het onderzoek.

De uitspraak van de rechter

De Politierechter doet meteen uitspraak, de Meervoudige Kamer doet dit binnen veertien dagen.

Na het laatste woord volgt meestal in zaken bij de politierechter direct het mondelinge vonnis. In de zaken die dienen voor de meervoudige kamer vindt in de regel het vonnis na 14 dagen plaats.

 

  • Alle activiteiten voor de rechtbankzitting lees meer
  • Alle activiteiten na de strafzitting lees meer