AOW-leeftijd gaat NIET omhoog
Op 1 januari 2019 gaat op basis van de levensverwachting van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de AOW-leeftijd naar 66 jaar en vier maanden.
De levensverwachting wordt elk jaar bekendgemaakt en geldt voor de periode dat de persoon over 5 jaar de leeftijd van 65 jaar heeft. De levensverwachting van iemand die in 2024 de leeftijd van 65 jaar bereikt wordt dus uiterlijk per 1 januari 2019 bekend gemaakt.
Onlangs heeft het CBS op basis van de sterftecijfers van het afgelopen jaar (augustus 2017 – augustus 2018) vastgesteld dat de levensverwachting op 65-jarige leeftijd 20,63 jaar zal zijn in 2024.
Deze levensverwachting is iets hoger dan in de prognose van 2017, toen deze op 20,59 jaar werd gesteld.
Voor meer informatie wordt verwezen naar de website van het CBS. (klik hier)
Op basis van de levensverwachting wordt de AOW-leeftijd voor dat jaar berekend. Voor meer informatie over die berekening van de ophoging van de AOW-leeftijd (klik hier)
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op basis van de cijfers van het CBS op 1 november 2018 in een brief richting de Tweede Kamer aangegeven dat deze levensverwachting in 2024 geen verhoging van de AOW-leeftijd tot gevolg heeft. (klik hier)
De resterende levensverwachting neemt in 2024 wel toe (t.o.v. eerdere jaren), maar is voor dat jaar onvoldoende om de AOW-leeftijd verder te verhogen. De betreffende mededeling zal in de Staatscourant worden gepubliceerd.
Dat betekent dat al een paar jaar de AOW-leeftijd blijft steken op 67 jaar en 3 maanden.
Ongeacht of u op 13 oktober 1955 of 13 oktober 1956 geboren bent de AOW-leeftijd blijft in al die jaren 67 jaar en 3 maanden.
De verwachting is momenteel dat ook zij die op 13 oktober 1957 zijn geboren dezelfde AOW-leeftijd van 67 jaar en 3 maanden zullen hebben.