In het nieuwe jaar is ook de AOW-leeftijd opgehoogd. Per 1 januari 2019 staat de AOW-leeftijd op 66 jaar en 4 maanden. Voor de jaren erna zijn reeds brieven naar de Tweede Kamer gestuurd.

Toch zijn er nog steeds bewegingen dat de AOW-leeftijd wordt bevroren.

Op 31 oktober 2016 gaf de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer echter al aan:

Op grond van artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet komt de AOW-gerechtigde leeftijd voor het kalenderjaar 2022 als gevolg hiervan uit op 67 jaar en 3 maanden. De betreffende mededeling zal in de Staatscourant worden gepubliceerd.

Ook voor de kalenderjaren 2023 en 2024 is door minister Koolmees besloten om de AOW-leeftijd vast te houden op 67 jaar en 3 maanden. (klik hier)

De FNV als onderhandelaar over het pensioenakkoord wil de AOW-leeftijd weer naar beneden t.w. 66 jaar. Premier Rutte en minister Koolmees hebben tijdens de onderhandelingen in november vorig jaar voorgesteld om de AOW-leeftijd niet in 2021 maar in 2024 naar 67 jaar te brengen. Daar waren de bonden het niet mee eens.

Daarmee is eind 2018 nog geen pensioenakkoord terwijl een nieuw stelsel na 7 jaar onderhandelen wel nodig is.

Persoonlijk ga ik ervan uit dat er informeel verder wordt onderhandeld en dat rond de Statenverkiezingen (20 maart 2019) de bonden met acties aandacht zullen vragen voor een goed pensioenstelsel.

De Statenverkiezingen zijn daarom belangrijk omdat de nieuw verkozen leden van Provinciale Staten op 27 mei 2019 gaan stemmen voor de Eerste Kamerverkiezingen om daarmee een nieuwe bezetting van de Eerste Kamer te krijgen.

Hopelijk wordt het dit jaar duidelijk óf en in welke richting de AOW-leeftijd gaat bewegen en wat de inhoud van het pensioenakkoord wordt.

De FNV heeft in een beleidsplan uiteengezet wat de FNV een goed pensioenstelsel vindt. (klik hier)