10. De uitspraken van CRvB en uitspraak van de rechtbank Den Haag

 

In 2016 zijn twee belangrijke uitspraken gedaan door de Centrale Raad van Beroep en de Rechtbank Den Haag.

Uitspraak Centrale Raad van Beroep (wachtgelders/bww uitkering SBK 2004/SBK2012) d.d. 18 juli 2016

Ten aanzien van de wachtgelders bij Defensie heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 juli 2016 een vernietigende uitspraak voor Defensie gedaan.

In de personeelsrapportage die bij Prinsjesdag aan de Kamer is gestuurd houdt Jeanine Hennis-Plasschaert als minister van Defensie, zich op de vlakte door oud nieuws aan te dragen:

De Centrale Raad van Beroep heeft op 18 juli jl. geoordeeld dat het beëindigen van wachtgelduitkeringen van voormalige burgermedewerkers bij het bereiken van de leeftijd van 65 een verboden onderscheid naar leeftijd oplevert.

De voorziening die met de vakcentrales is afgesproken zou ontoereikend zijn.

De Raad oordeelt dat de voormalige burgerambtenaren bij de beëindiging van het wachtgeld zijn geconfronteerd met een inkomstenderving die te groot is in verhouding tot het wachtgeld. De maandelijkse tegemoetkoming die op de voorziening berust, is netto lager dan een reguliere AOW-uitkering. Verder kan naar het oordeel van de Raad van betrokkenen in redelijkheid niet worden gevraagd dat zij gebruikmaken van de mogelijkheid hun ABP-pensioen eerder te laten ingaan.

In de zaken waarop de uitspraken betrekking hebben, worden nieuwe besluiten genomen. Ook is Defensie met de vakcentrales in overleg over de gevolgen van de uitspraak voor de voorziening AOW-gat

Reeds eerder had Jeanine na de uitspraak van de Centrale Raad om een extra 6 weken uitstel gevraagd.

Die extra zes weken had ze nodig om met de bonden tot overeenstemming te komen

Daarbij gaf Jeanine richting de Centrale Raad van Beroep en zij die in beroep waren gegaan aan:

“De Raad heeft mij opgedragen om met inachtneming van de uitspraak een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. Naar aanleiding van de uitspraak voer ik binnenkort overleg met de vakcentrales van overheidspersoneel over de gevolgen van de uitspraak voor de — met de vakcentrales afgesproken — voorziening AOW-gat.

Aangezien ik de uitkomsten van dit overleg wil betrekken bij de nieuw te nemen beslissing op bezwaar, is het voor mij niet mogelijk om binnen zes weken na de uitspraak een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen.”

De overeenstemming met de bonden is getuige de nieuwsbrief van de VBM niet gekomen.

Jeanine Hennis-Plasschaert heeft aldus de nieuwsbrief de bonden namelijk op 21 september jl. per brief laten weten dat de standpunten van Defensie en de bonden te ver uit elkaar liggen zodat Defensie de conclusie trekt dat een “oplossingsrichting die gedragen wordt door de sociale partners” niet haalbaar is.

Toen het overleg met de bonden op niets was uitgelopen moest Defensie een zelfstandig besluit nemen: “Dit betekent dat Defensie zelfstandig uitvoering zal geven aan de uitspraak van de CRvB.”

In de brief van 21 oktober 2016 geeft de minister van Defensie toch een heel andere visie aan het overleg met de bonden richting de Kamer aan:

De centrales hebben echter laten weten niet te willen overleggen, omdat zij in deze zaak een onafhankelijke positie willen innemen. Daarom was Defensie genoodzaakt om zonder inhoudelijk overleg met de centrales uitvoering te geven aan de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep.

Medio oktober 2016 is de minister met een nieuw besluit gekomen. In dit nieuw besluit geeft de minister aan dat de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op twee punten heeft geleid tot een verbetering van de compensatie. In de eerste plaats zal de AOW-compensatie zodanig worden verhoogd dat netto een uitkering op de bankrekening wordt gestort die even hoog is als de netto AOW-uitkering. In de tweede plaats gaat defensie een (bruto) compensatie geven om een pensioeneffect op te vangen.

Voor een uitgebreide toelichting op deze besluiten wordt verwezen naar de VBM-website: klik hier

Rechtbank Den Haag (UGM-militairen)

Op 25 augustus jl. is het proefproces geweest waarbij de rechtbank moest oordelen of de uitkering aan UGM-militairen die te maken hebben met een AOW-gat tot aan de nieuwe AOW-leeftijd moet worden doorgetrokken.

Op 6 oktober 2016 heeft de Rechtbank Den Haag in een proefproces van militairen ( meer dan 600) die in beroep zijn gegaan in het gelijk gesteld. Ook de rechtbank meent dat er sprake is van leeftijdsdiscriminatie. Defensie kon voor die leeftijdsdiscriminatie geen objectieve rechtvaardigingsgrond naar voren brengen.

Waar eerder reeds de Centrale Raad van Beroep Defensie in het ongelijk heeft gesteld is nu dus ook de rechtbank bij de militairen tot diezelfde conclusie gekomen.

De rechtbank meent in de uitspraak dat militairen ervan uit mogen gaan dat hun UKW-uitkering (in tijd en financieel) naadloos aansluit op de AOW-leeftijd. Een terugval in inkomsten van soms meer dan 300 euro netto is een te grote inbreuk daarop.

Voor de volledige uitspraak klik hier

Ook militairen die via het SBK Defensie hebben verlaten hebben aldus de Rechtbank den Haag er recht op dat hun wachtgeld/uitkering pas eindigt op het moment dat zij AOW genieten.

Voor de volledige uitspraak klik hier

Uitspraak Centrale Raad van Beroep (wachtgelders/bww uitkering SBK 2004/SBK2012) d.d. 26 april 2017 en 1 juni 2017