AOW-gat/-hiaat bij de Nationale Politie
Op 14 september 2018 kwamen de politiebonden in het onderhandelaarsresultaat (klik hier) het volgende overeen:
Partijen spreken af dat de in 2015 overeengekomen AOW-compensatieregeling wordt aangepast. Het AOW-hiaat wordt met ingang van 1 april 2019 gecompenseerd op 90 procent van het netto inkomen. Dit is het niveau dat door de rechter als ‘gerechtvaardigde aanspraak’ is aangemerkt.
Deze afspraak is beperkt tot degenen waarvan de beroepstermijn nog niet is verstreken. Dat betekent dat de afspraak alleen van toepassing is voor de mensen die per 1 januari 2013 aanspraak hadden op bovenwettelijke WW, ontslaguitkering vliegers of artikel 95 van het Barp.
Op 1 november 2018 wordt het onderhandelaarsresultaat omgezet in een akkoord (klik hier) en door de sociale partners getekend. De tekst is op enkele punten gewijzigd.
Partijen spreken af dat de in 2015 overeengekomen AOW-compensatieregeling wordt aangepast. Het AOW-hiaat wordt zal worden gecompenseerd op 90 procent van het netto inkomen. Dit is het niveau dat door de rechter als ‘gerechtvaardigde aanspraak’ is aangemerkt.
Deze afspraak is beperkt tot degenen waarvan op 1 februari 2018 (datum CGOP afspraken) de beroepstermijn nog niet is verstreken (die de AOW-compensatieregeling ontvangen of hierop nog uitzicht hebben).
Dat betekent dat de afspraak alleen van toepassing is voor mensen die aanspraak hadden (hebben) op bovenwettelijke WW, ontslaguitkering vliegers of artikel 95 van het Barp. Met ingang van 1 april 2019 wordt de afspraak uitgevoerd.
Indien de tekst nauwgezet wordt bestudeerd dan valt een paar zaken op
- Voor het onderhandelaarsresultaat was de AOW-gat compensatie gelijk aan 70% van het wettelijk minimumloon zonder vakantietoeslag. De politiebonden hebben nu ingestemd met 90% van het netto-inkomen t.w. het niveau van de gerechtvaardigde aanspraak. Bij Defensie is uiteindelijk in de Defensienota 2018 aangegeven dat de compensatie 100% zal worden.
- De afspraak kent een zekere beperking in tijd voor de groep die ervoor in aanmerking komt: ‘waarvan op 1 februari de beroepstermijn nog niet is verstreken.
- De afspraak wordt met ingang van 1 april 2019 uitgevoerd, waarbij niet geheel duidelijk is of het recht op die tegemoetkoming pas vanaf 1 april 2019 ingaat of dat de uitvoering op die datumk plaatsvindt maar er ook sprake is van een zogenaamde ‘terugwerkende kracht’.