AOW-gat: een hete herfst met veel vuurwerk
Nieuwsbrief 21 augustus 2016
De ministers zijn na een welverdiende vakantie afgelopen week weer begonnen met hun werkzaamheden.
Dat geldt ook voor de Minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 18 juli 2016 geeft duidelijk aan dat de minister tegen beter weten in goed fout zat:
De Raad oordeelt dat het beëindigen van wachtgeld bij 65 jaar een verboden onderscheid naar leeftijd oplevert, omdat de voorziening die met de vakcentrales is afgesproken ontoereikend is.
Klik voor de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep
De komende weken kan mevrouw Hennis-Plasschaert met daden laten zien, dat het welzijn van het defensiepersoneel haar ter harte gaat.
Op 25 augustus as is bij de rechtbank Den Haag een proefproces van UKW-militairen tegen Defensie. Op 8 september as beslist de Vaste Kamercommissie van Defensie op welke wijze de Kamer in discussie gaat met de minister van Defensie en de staatssecretaris van Financiën over de uitspraak van de Centrale Raad.
Op Prinsjesdag is de lakmoesproef want dan wordt helemaal duidelijk hoe de Regering als geheel hun dankbaarheid en erkenning aan het defensiepersoneel inhoud geeft.
Kortom voldoende meetmomenten.
Foto’s in deze nieuwsbrief zijn (tenzij anders vermeld) van het Ministerie van Defensie
Wat is de stand van zaken?
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep zal door drie partijen ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid moeten worden beoordeeld en uitgewerkt t.w. Defensie zelf, de bonden en de politiek
Het betekent wel, dat de komende maanden veel vuurwerk te verwachten valt, want Defensie is zo leert de geschiedenis en mede door financiële nood een zeer slechte verliezer.
De bonden moeten nu nog meer hun tanden laten zien omdat dit dossier al veel te lang vooruit wordt geschoven.
De politiek inclusief de coalitie moet de minister van Defensie nog meer dan voorheen wijzen op haar werkgeversverantwoordelijkheid. Mogelijk dat de staatssecretaris van Financiën door de politiek ‘gedwongen’ kan worden om daarbij een ‘helpende’ hand te bieden.
Wat is de insteek van Defensie?
In de brief aan de Kamer naar aanleiding van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep komt Defensie op 27 juli 2016 met drie elementen t.w.
- in de zaken die aan de Centrale Raad van Beroep zijn voorgelegd komt Defensie met nieuwe besluiten.
- Defensie gaat in overleg met de Centrales voor Overheidspersoneel (lees: de vakbonden) om over de gevolgen van de uitspraak voor de voorziening AOW-gat te praten.
- Defensie zal in de personeelsrapportage aan de Kamer de stand van zaken schetsen
Geen geld voor personeelszorg
Waar Defensie bij sommige dossiers razendsnel is, zal Defensie in dit dossier enkel en alleen ‘vertragen, vertragen, vertragen’. Defensie zal zich maximaal inspannen om te voorkomen dat de kaders van de uitspraak van de Centrale Raad ook voor andere doelgroepen van toepassing worden verklaard. Immers, als Defensie al geen geld heeft om iedere militair een helm te geven dan geeft Defensie al helemaal geen prioriteit om extra geld vrij te maken voor dit dossier.
“Toys for the boys” (vgl JSF) is blijkbaar belangrijker dan goede personeelszorg voor het defensiepersoneel. Deze handelswijze wordt geschaard onder de term “creatieve beleidsvorming”. Het is aan de bonden én de politiek om hier een stokje voor te steken.
Als de druk binnen Defensie niet goed gevoeld wordt dan betekent dit dat de druk van buiten veel krachtiger richting Defensie moet gaan. De invoering van de Voorlopige regeling om het AOW-hiaat gedeeltelijk op te lossen is ook niet zonder slag of stoot gegaan. Ook daar moest Defensie doordrongen worden van de urgentie om een oplossing te vinden.
De Centrale Raad heeft deze handreiking van Defensie richting de bonden echter als ontoereikend gekwalificeerd.
Wat gaan/moeten de bonden doen?
Defensie zal zo staat er in de Kamerbrief de uitspraak bestuderen en daarna in overleg gaan met de bonden. De verwachting is dat Defensie daarbij eerst informeel zal peilen wat de standpunten van de afzonderlijke bonden zal zijn. De bonden als geheel zitten in dit dossier in een spagaat of anders gezegd sommige bonden spreken met ’twee tongen’.
De bonden staan voor twee taken t.w. collectieve belangenbehartiging en individuele belangenbehartiging
Collectieve belangenbehartiging
De AFMP heeft het eerste deelakkoord na een achterbanberaad niet getekend, omdat dit deelakkoord teveel open en onzekere eindjes had. De andere drie bonden vonden dat er voldoende waarborgen waren, terwijl de Centrale Raad bijvoorbeeld de overeengekomen AOW-regeling als ontoereikend kenschetst.
Ten aanzien van het AOW-gat gaf de ACOM in het januari nummer van hun verenigingsblad aan, dat de compensatie ‘tot de allerlaatste cent’ geen haalbare zaak is. Niet tot de allerlaatste cent, maar wel tot de allerlaatste euro. Dat moet gezien de uitspraken van de Centrale Raad door de bonden toch afgedwongen kunnen worden.
Getekend of niet het eerste deelakkoord van maart 2015 staat nu qua financiële onderbouwing sterk onder druk. Binnen de kaders van het huidige arbeidsvoorwaardenbudget is er geen extra financiële speelruimte. De leden van de bonden eisen aan de andere kant eenvoudigweg dat de uitspraak van de Centrale Raad wordt gerespecteerd.
Qua collectieve belangenbehartiging moeten de bonden aan de overlegtafel het maximale eruit halen maar dan voor alle leden (jong en oud). Aan de uitspraak van de Centrale Raad hebben de jongere medewerk(st)ers bij Defensie namelijk niets.
Individuele belangenbehartiging
Aan de andere kant kan een bond de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep ook niet naast zich neerleggen. Bonden zijn mede vanuit hun doelstellingen tegen discriminatie en daar was aldus de Centrale Raad sprake van. Dus als individuele leden aankloppen dan moeten de leden maximale juridische ondersteuning krijgen om hun gelijk te halen. Dat individuele belang (‘daarvoor ben ik lid van een bond geworden‘) druist dan tegen het collectieve belang (‘onderlinge solidariteit‘).
In dit dossier hebben de bonden lange tijd teveel geduld betoond, maar nu met de uitspraak van vele rechtbanken én de Centrale Raad achter de hand moeten alle bonden in het belang van hun leden hard doorpakken. De leden mogen dat terecht van hun bonden eisen.
Proefproces UKW-militairen op 25 augustus 2016
Waar de Centrale Raad met name oordeelde over de positie van het defensiepersoneel dat onder SBK-200O4 (‘wachtgeld’) valt, zal op 25 augustus as de Rechtbank Den Haag een oordeel vellen over de FLO-militairen.
Op die dag zal Defensie zich weer voor de rechtbank moeten verantwoorden. Nu gaat het om de positie van de militair die met FLO is gegaan. Namens zo’n 600 leden eisen de bonden op die dag in een proefproces bij de rechtbank Den Haag dat de UKW-uitkering aan moet sluiten op de AOW-leeftijd.
Rondom deze zitting zijn nog enkele perikelen. Zo meent de VBM, één van de bonden, die aan het proefproces deelnemen dat brigade-generaal bd Duurling gezien zijn banden met de HDP niet als rechter namens de rechtbank zitting kan nemen om een oordeel te vellen. Het had de generaal gesierd als hij ruim voor het wrakingsverzoek van de VBM al de eer aan zichzelf had gelaten.
Dat Defensie geen wrakingsverzoek heeft ingediend (de generaal is immers ook direct belanghebbende‘) is al tekenend.
Wat betekent dit voor de politiek?
Bijna alle politieke partijen hebben in de afgelopen maanden veelvuldig mails van militairen ontvangen die aandacht vroegen voor het zogenaamde AOW-gat/-hiaat. Een mailbox vol zei een Tweede Kamerlid.
Mede daardoor staat het onderwerp ook op de politieke agenda.
Overleg met de minister van Defensie en de staatssecretaris van Financiën
Daar de uitspraak van de Centrale Raad steeds op zich liet wachten hebben alle politieke partijen met de coalitiepartijen voorop een bijeenkomst met de minister van Defensie en de staatssecretaris van Financiën steeds vooruit geschoven. Nu de uitspraak er ligt kan de politiek niet anders dan beide bewindslieden aan de tand te voelen.Of en wanneer dat gebeurt zal besloten worden in de procedurevergadering van donderdag 8 september a.s.
Het standpunt van Defensie is duidelijk: er is geen geld en er komt geen extra geld bij. Dus alles moet zo zal Defensie betogen in overleg met de bonden maar binnen de huidige financiële kaders plaatsvinden. Waar Defensie tegenvallers op materieelgebied boekhoudkundig altijd snel weet op te lossen zal Defensie in dit dossier de poot stijf houden. Het is dan ook aan de politiek om Defensie te wijzen op de verantwoordelijkheid die de minister als één van de grootste werkgevers heeft.
Druk van de Kamer op de bewindslieden
Waardering en erkenning vertaalt zich niet alleen in woorden, maar ook in keiharde euro’s. De politiek moet zich daarbij niet laten afserveren met het mantra, dat Defensie overleg moet voeren met de bonden. Dat is bekend, want zo werkt het overleg binnen Nederland maar Defensie moet gedwongen worden om de financiële kaders op te rekken. De rechters hebben immers aangegeven dat Defensie discrimineert.
Om die reden moet de staatssecretaris van Financiën financiële ruimte vrijmaken. Een deel van de financiële oplossing kan worden gevonden door de zogenaamde fiscale pre-pensioen-boete voor militairen te laten vervallen. Werkgevers die hun personeel vroegtijdig met pensioen laten gaan moeten een boete van 52% van de loonsom betalen. Voor Defensie is dat zo’n 150 miljoen per jaar. De bijzondere positie van de militair en de wettelijke kaders maken dat het ontslag van de militair van een geheel andere orde is dan een pre-pensioen van een doorsnee werknemer. Die laatste zou immers regulier al tot de AOW-leeftijd werken, terwijl de militair door zijn bijzondere positie al enkele decennia lang volgens de wet verplicht met ontslag wordt gestuurd.
Verkiezingen op 15 maart 2017
Op 15 maart 2017 zijn de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Dat betekent dat defensiepersoneel (zowel actief dienend als ook post-actief) in de komende maanden druk moet blijven uitoefenen bij hun eigen partij.
Slot
De ervaring heeft geleerd dat onder druk alles vloeibaar wordt. Het is aan het defensiepersoneel om die druk op te voeren: als individu, via de bonden en via de politiek. Enkel dan zal Defensie en Financiën wel moeten gaan bewegen.