5. Defensie is een eigen sector met een eigen regelgeving

Standpunt Defensie: Ambtenaren van Defensie (militairen én burgers) behoren tot de sector Defensie en vallen onder het AMAR en het BARD. Dat het ARAR is aangepast staat los van hetgeen in het AMAR en het BARD is bepaald. Er is immers sprake van een sectormodel waarin elke afzonderlijke overheidssector afspraken maakt over het arbeidsvoorwaardenpakket.

Reactie: Het sectorenmodel kan niet bepalend zijn om de leeftijdsdiscriminatie te handhaven. Bij besluit van 11 september 2014 (Staatsblad 2014, nr. 345) zijn het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Ambtenarenreglement Staten-Generaal, het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken, het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Rijk en het Rijkswachtgeldbesluit 1959 aangepast. Deze aanpassing betreft onder andere dat de uitkeringsduur op basis van deze regelingen is verlengd tot de dag waarop de ambtenaar de pensioengerechtigde leeftijd als bedoeld in de AOW bereikt.

Zo dient ook het AMAR en BARD aangepast te worden zodat het aansluit op de AOW-datum.  Zowel het AMAR als ook het BARD zijn namelijk in strijd met de Wet gelijke behandeling leeftijd bij de arbeid (WGBL) en in strijd met het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR) én in strijd met de Grondwet. Er is daarom geen enkele rechtvaardiging voor een verschil in de behandeling van ambtenaren die tot verschillende sectoren behoren aldus de rechtbank in Noord-Holland

De Centrale Raad van Beroep meent in één van haar uitspraken van 18 juli 2016 dat de sector Defensie een eigen afweging mag maken: 

“Dat het Algemeen Rijksambtenarenreglement en andere regelingen wel aan de gewijzigde AOW-leeftijd zijn aangepast, leidt ten slotte evenmin tot het oordeel dat de rechtbank zelf in de zaak had moeten voorzien. De minister heeft in dit verband terecht gewezen op het zogenoemde sectoroverleg, waarbij per sector door sociale partners afspraken worden gemaakt over de geldende arbeidsvoorwaarden. De afspraken in andere sectoren kunnen hier dan ook niet bepalend zijn “. 

Zoals u merkt spelen de bonden (ACOM, AFMP, KVMO, Marechausseevereniging, NOV, en ODB) een cruciale rol in het AOW-gat dossier.

Immers Defensie onderhandelt met de bonden over de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Doelstelling is om uiteindelijk tot een regeling te komen die voor alle partijen (bonden en defensie) acceptabel is.

Indien éénmaal de handtekening door alle partijen is gezet betekent dit feitelijk dat zowel de politiek als ook de rechtspraak een stapje terug moeten doen. Immers, Defensie kan dan richting rechtspraak en politiek aangeven dat na uitgebreide onderhandelingen tot een voor alle partijen aanvaardbare regeling is gekomen.

In 2016 hebben de rechtbanken en de Centrale Raad van Beroep aangegeven dat de regeling leeftijdsdiscriminerend was. In de uiteindelijke uitspraak van de Raad (26 april 2017 en 1 juni 2017) verwijst de Raad naar de eerdere regeling waarmee drie van de vier centrales voor overheidspersoneel hebben ingestemd. De nieuwe regeling gaat veel verder dan de regeling die toen aan de bonden was voorgelegd.

Deze nieuwe regeling is enkel en alleen ter informatie naar de bonden gestuurd, omdat het overleg tussen bonden en Defensie tijdelijk is opgeschort,