Het jaar 2017 was het jaar van de waarheid. Op 26 april 2017 (klik hier) en op 1 juni 2017 (klik hier) heeft de Centrale Raad van Beroep (CRvB) uitspraak gedaan over de AOW-gat. Na vele jaren van onzekerheid keurde de CRvB de aanvullende maatregelen van Defensie (tegemoetkoming AOW, 90% maatregel en compensatie naar voren halen pensioen) goed.

Een gevoelige slag voor hen die direct te maken hebben met het AOW-gat en door de goedgekeurde maatregelen er veelal 10% netto per maand erop achteruit gaan.

Voor meer recente informatie over de politiek en het AOW-gat wordt verwezen naar een eerdere berichtgeving daarover (klik hier)

Rekentool

Wilt u weten welke financiële gevolgen de tegemoetkoming AOW-hiaat voor u heeft? Gebruik dan de rekentool (ZIP, 2,5 MB) van Defensie. Bent u oud-burgermedewerker met een WWplus-uitkering? Dan kunt u de rekentool gebruiken om te kijken wat er gebeurt als het ABP-pensioen wel of niet wordt vervroegd.

Om gebruik te kunnen maken van de rekentool heeft u nodig: uw pensioengegevens. Deze staan op uw uniform pensioenoverzichten (UPO’s) van het ABP. Uw UPO’s kunt u downloaden via de website MijnABP.

Is daarmee de strijd verloren?

Onderstaand zal ik nader ingaan op de afzonderlijke groepen die te maken hebben met het AOW-gat

Militairen met UGM

In de uitspraak van de CRvB van 1 juni 2017 (klik hier) is de Raad heel duidelijk geweest. Met het stopzetten van de uitkering bij de leeftijd van 65 jaar maakt Defensie geen verboden onderscheid naar leeftijd. De aanvullende maatregelen zijn aldus de Raad toereikend. Daarmee zijn de bezwaar- en beroepsmogelijkheden zeer beperkt geworden.

In de Uitkeringswet Gewezen Militairen (klik hier) staat in artikel 7 aanhef en onder a:

Het recht op de uitkering vervalt indien aan de gewezen militair een pensioen wordt toegekend ingevolge de bij of krachtens de Kaderwet militaire pensioenen vastgestelde bepalingen: met ingang van de dag waarop dat pensioen ingaat. 

Op dit moment staat in het pensioenreglement van het ABP (klik hier) staat bij artikel 17.6.2. lid 1:

De deelnemer en gewezen deelnemer hebben recht op ouderdomspensioen op de dag waarop zij 65 jaar worden.

Op 24 november 2017 hebben de Centrales voor Overheidspersoneel en Defensie een arbeidsvoorwaardenakkoord afgesloten (klik hier) voor de periode van 1 januari 2017 tot 1 oktober 2018. In dit akkoord staat over de pensioenleeftijd voor militairen dat militairen die onder de nieuwe diensteinderegeling vallen een pensioenleeftijd hebben die voor deze groep gelijk is aan de AOW-leeftijd. Bij het burgerpersoneel wordt aldus het akkoord met ingang van 1 januari 2018 de ontslagleeftijd gekoppeld aan de AOW-leeftijd.

Voor zover er nog openingen speelt zich dat af op drie fronten

  • op welke wijze wordt het pensioenreglement van het ABP dit jaar aangepast
  • in hoeverre lukt het andere groepen (o.a. SBK2012) wel om de uitkering aan te laten sluiten op de AOW-leeftijd
  • in welke mate maken de oppositiepartijen zich voldoende hard om alsnog een 100% compensatie af te dwingen
  • wat is de rol van het CDA? In 2016 was het CDA onder aanvoering van het kamerlid Knops voor 100% compensatie. Nu ineens wordt een motie om 100% compensatie door het CDA weggestemd.

 

Militairen en burgers vallend onder SBK2004

In de uitspraak van de CRvB van 26 april 2017 (klik hier) stemt de Raad in met de door Defensie voorgestelde maatregelen. Ook het feit dat burgermedewerkers daardoor financieel worden gedwongen om hun pensioen naar voren te halen bracht de Raad niet op andere gedachten.

Deze uitspraak maakte voor Defensie de weg vrij om daarna ook in andere rechtszaken het gelijk aan haar kant te krijgen.

Onderstaand treft de de rechtszaken na 26 april 2017 aan waarin Defensie door de rechtbank steeds in het gelijk is gesteld. Let wel het gaat daarbij steeds om defensiemedewerkers die onder SBK2004 met overtolligheidsontslag zijn gegaan.

  • Uitspraak Rechtbank Amsterdam d.d. 11 september 2017 (klik hier) . AOW-gat burgerambtenaren defensie. Onderscheid naar leeftijd met aanvullende maatregelen objectief gerechtvaardigd, geen sprake van verboden onderscheid naar burgerlijke staat
  • Uitspraak Rechtbank Gelderland d.d. 20 december 2017 (klik hier) . Wachtgeld burgerambtenaren DefensieAOW-hiaat. Compenserende maatregelen zijn aan te merken als arbeidsvoorwaarden. Geen verboden onderscheid naar burgerlijke staat en arbeid/arbeidsvoorwaarden.
  • Uitspraak Centrale Raad van Beroep d.d. 14 december 2017 (klik hier) . Bij aanvullend besluit van 28 september 2017 heeft appellant, mede naar aanleiding van de uitspraken van de Raad van 18 juli 2016 (zie onder meer ECLI:NL:CRVB:2016:2615) en 26 april 2017 (ECLI:NL:CRVB:2017:1473) nadere voorzieningen getroffen. Nu betrokkene te kennen heeft gegeven zich te kunnen verenigen met de uitkomst van het besluit van 28 september 2017, dat in aanvulling op het besluit van 14 januari 2016 is genomen, worden deze besluiten niet in de beoordeling betrokken. Proceskostenveroordeling.
  • Uitspraak Rechtbank Midden-Nederland d.d. 12 oktober 2017 (klik hier) . AOW-gat burgerambtenaren bij Defensie. Het pakket aan compenserende maatregelen toereikend. Geen verboden onderscheid naar burgerlijke staat of in beloning naar arbeid.
  • Uitspraak Centrale Raad van Beroep d.d. 24 augustus 2017 (klik hier) . Het in beroep ingenomen standpunt van appellanten dat de beëindiging van het wachtgeld op grond van artikel 17 van het Wbad bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd, onder gelijktijdige toekenning van de tegemoetkoming AOW-hiaat, de compensatie en aanvullende maatregel, gegeven de mogelijkheid het door het ABP toe te kennen ouderdomspensioen vervroegd te laten ingaan bij het bereiken van die leeftijd, verboden onderscheid naar leeftijd oplevert als bedoeld in de Wgbla, wordt niet onderschreven. Hiertoe wordt, kortheidshalve, verwezen naar wat hierover in de uitspraak van 26 april 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:1473, is overwogen.
  • Uitspraak Rechtbank Rotterdam d.d. 9 augustus 2017 (klik hier) . AOW-gat burgerambtenaren bij Defensie. Pakket aan compenserende maatregelen toereikend. Geen verboden onderscheid naar burgerlijke staat of in beloning naar arbeid.
  • Uitspraak Rechtbank Noord-Holland d.d. 7 augustus 2017 (klik hier)AOW-gat burgerambtenaren defensie. Onderscheid naar leeftijd met aanvullende maatregelen objectief gerechtvaardigd.

Militairen en burgers vallend onder SBK2012

In de uitspraak van de CRvB van 26 april 2017 (klik hier) stemt de Raad in met de door Defensie voorgestelde maatregelen. Het ging daar echter om defensiemedewerkers die onder SBK2004 met overtolligheidsontslag Defensie hebben verlaten. Bij SBK2004 staat in het wachtgeld besluit (WBAD) bij artikel 17 lid 1 (klik hier) ook duidelijk dat het wachtgeld eindigt bij de leeftijd van 65 jaar.

Zij die onder SBK2012 vallen volgen een geheel ander regime. Zij vallen onder het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Defensie (BWDEF) (klik hier) . Dit besluit is vastgesteld naar aanleiding van het arbeidsvoorwaardenakkoord dat op 6 december 2011 door de Centrales voor Overheidspersoneel en Defensie is getekend.

In de toelichting op het arbeidsvoorwaardenakkoord en het BWDEF staat

De pensioengerechtigde leeftijd voor militairen en burgerambtenaren is op dit moment 65 jaar. Op dat moment ontstaat aanspraak op een uitkering op grond van de Algemene ouderdomswet en een ouderdoms-
pensioen op grond van het ABP pensioenreglement, voor militairen is dat artikel 17.6.2 lid 1 en voor Burgerambtenaren artikel 7.3 lid 1. Het is  aannemelijk dat de pensioenleeftijd van 65 jaar de komende tijd zal
wijzigen. Derhalve is gekozen voor een algemene verwijzing en niet voor een vaste leeftijd.  

Ook in het arbeidsvoorwaardenakkoord (klik hier) wordt voor de groep die bij ontslag 50 jaar oud zijn en een diensttijd hebben van minimaal 10 jaar aangegeven:

Voor medewerkers van 50 jaar en ouder met een diensttijd van tenminste 10 jaar geldt op grond van het BWW een uitkeringsgarantie tot de dan geldende pensioengerechtigde leeftijd.

Onderstaand het standpunt van Defensie (DC HR en WW-plus) in 2014 tegenover het standpunt van Defensie in 2018.

Standpunt van Defensie in 2014

Verschillende defensiemedewerkers hebben rondom hun overtolligheidsontslag aanvullende informatie gevraagd over de einddatum van de uitkering. Toch wel belangrijke informatie om uiteindelijk in te stemmen met een overtolligheidsontslag.

DC HR schrijft in een mail aan een defensiemedewerker:

De (B)WW stopt op de pensioengerechtigde leeftijd. Op dit moment is de pensioengerechtigde leeftijd bij Defensie 65 jaar. De leeftijd van 67 jaar waar u aan refereert betreft de AOW. Dit is niet hetzelfde als de pensioengerechtigde leeftijd. In het SBK2012 is opgenomen dat de uitkeringsduur eindigt op de dan geldende pensioengerechtigde leeftijd. Dit houdt in dat als in de toekomst de pensioenleeftijd wordt verhoogd dan zal conform het SBK2012 de uitkeringsduur mee opschuiven. 

Standpunt van Defensie in 2018

In het BWDEF is bepaald dat de BW-uitkering eindigt op de dag waarop de burgerambtenaar de pensioengerechtigde leeftijd als bedoeld in artikel 122 van het Burgerlijke ambtenarenreglement defensie (BARD) bereikt.

Uit laatstgenoemde bepaling blijkt aldus Defensie (nog steeds) dat onder de pensioengerechtigde leeftijd wordt verstaan de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de ambtenaar de leeftijd van 65 jaar bereikt. Defensie stelt zich op het standpunt dat een eventuele toekomstige wijziging van artikel 122 van het BARD niet leidt tot een wijziging van de einddatum van de BW-uitkering.

Goede kansen voor hen die vallen onder SBK2012

Defensie kijkt daarbij teveel naar artikel 122 van het BARD en te weinig naar de geest waarin het artikel is opgesteld. Artikel 122 moet immers meebewegen met het pensioenreglement. Op basis van bovenstaande tastbare bewijzen zijn er voldoende argumenten aan te geven bij Defensie, de rechtbank of de Centrale Raad van Beroep om uiteindelijk het gelijk te halen.

Op woensdag 10 januari 2018 is er een zitting van de Centrale Raad van Beroep waarin de zaak wordt besproken van iemand die onder SBK2012 valt. Ik hou u daarvan op de hoogte.

Stel uw rechten veilig: Mocht u onder SBK2012 Defensie hebben verlaten dan ontvangt u op dit moment bij de leeftijd van 65 jaar de aanvullende maatregelen om het AOW-gat enigszins te dichten. Wilt u dat uw uitkering aansluit op uw pensioengerechtigde leeftijd (=AOW-leeftijd) dan dient u dat formeel te verzoeken aan Defensie. Neem contact met ons op indien u uw rechten alsnog veilig wilt stellen: info@skipspringer.nl

Militairen en burgers met GMI vallend onder SBK2012

Een specifieke groep is de militairen en burgers die onder SBK2012 een zogenaamde GMI (Gegarandeerd Maandelijks Inkomen) hebben. Bij de groep van defensiemedewerkers die onder SBK2012 vallen is de uitkeringsduur in de toekenningsbeschikking vastgesteld tot de 1e van de maand volgend op de maand waarin de medewerker de leeftijd van 65 jaar bereikt.

Bij de groep van medewerkers met een zogenaamde GMI is bij de toekenning van de GMI aangegeven dat de einddatum nu bij 65 jaar is maar in de voetnoot staat expliciet aangegeven dat deze einddatum kan wijzigen als de pensioengerechtigde leeftijd in het pensioenreglement van het ABP wijzigt.

Standpunt van Defensie in 2014

Alvorens in te stemmen met een vrijwillig ontslag om daarmee een GMI te ontvangen hebben defensiemedewerkers aan Defensie om een nadere uitleg gevraagd over de einddatum.

WW-plus schreef op 5 december 2014 in een mail: Op het moment dat Defensie en het ABP de pensioengerechtigde leeftijd wijzigt en wij daarvoor akkoord krijgen dan wordt uw einddatum automatisch aangepast.

DC HR schreef in de mail van 11 december 2014:Het Gegarandeerd Maandelijks Inkomen loopt tot de dan geldende pensioengerechtigde leeftijd. Op dit moment is de pensioenleeftijd bij Defensie 65 jaar. Dit staat los van de AOW-leeftijd die wel verhoogd is. Mocht echter in de toekomst de pensioenleeftijd worden verhoogd dan is dat op dat moment de dan geldende pensioengerechtigde leeftijd en loopt het GMI door de de nieuwe pensioenleeftijd.

Standpunt van Defensie in 2018

In artikel 17b lid 5 van het BWDEF is vastgelegd dat het GMI eindigt zodra de betrokkene de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. Uit artikel 1 BWDEF volgt dat voor burgerambtenaren geldt dat onder pensioengerechtigde leeftijd wordt verstaan de pensioengerechtigde leeftijd als bedoeld in artikel 122 van het BARD. Uit laatstgenoemde bepaling blijkt dat onder de pensioengerechtigde leeftijd wordt verstaan de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de ambtenaar de leeftijd van 65 jaar bereikt.

Ten aanzien van de voetnoot schrijft Defensie in haar besluit:

In de toekenningsbeschikking van (datum) is in de voetnoot bij de einddatum van uw GMI abusievelijk opgenomen dat “de einddatum van het GMI ( … ) de op dit moment voor u op grond van het ABP-pensioenreglement geldende pensioenleeftijd [is]”. Dit is onjuist. Zoals gezegd, volgt uit het BWDEF dat de voor u geldende pensioengerechtigde leeftijd, de pensioengerechtigde leeftijd als bedoeld in artikel 122 van het BARD is. Dit is derhalve niet de pensioenleeftijd als bedoeld in het ABP-pensioenreglement. In het besluit van (datum) heb ik u geïnformeerd dat uw GMI (nog steeds) eindigt op grond van het BWDEF op de eerste dag van de maand volgend op die waarin u de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt. Daarmee is voornoemde fout hersteld. 

Stel uw rechten veilig: Mocht u onder SBK2012 Defensie hebben verlaten en een GMI ontvangen dan eindigt die GMI op de leeftijd van 65 jaar. De voetnoot op uw toekenningsbeschikking is aldus Defensie vervallen. Daarna ontvangt u de aanvullende maatregelen om het AOW-gat enigszins te dichten. Wilt u dat uw GMI ng aansluit op uw pensioengerechtigde leeftijd (=AOW-leeftijd) dan dient u dat formeel te verzoeken aan Defensie. Neem contact met ons op indien u uw rechten alsnog veilig wilt stellen: info@skipspringer.nl